Opvolging van een herstelde patiënt

In deze sectie komen enkele aandachtspunten tijdens de herstelfase aan bod.

Download hier de samenvattingsfiche.

Kernwoorden 
Steunende functie 
Gewicht en BMI 
Algemeen KO 
Bloedtesten biochemische parameters 
Groei 
Hersenfunctie 
Vruchtbaarheid 
Osteoporose 
Complicaties 

De huisarts is voor de meeste mensen een belangrijke vertrouwenspersoon en is hulp die snel toegankelijk is. Deze vertrouwdheid en beschikbaarheid hebben een belangrijke en steunende functie. De huisarts kan bevragen hoe het gaat met het eetgedrag van de patiënt wanneer deze een stressvolle periode doormaakt. De huisarts is ook opmerkzaam voor signalen van (herval van) een eetstoornis. Vooral als de patiënt een verlieservaring heeft is extra waakzaamheid nodig ​[5]​.  

De voedingstoestand van de patiënt wordt best op lange termijn opgevolgd, ook na herstel van de eetstoornis, en idealiter wordt het eetgedrag van de patiënt ook verder opgevolgd door een diëtist. De huisarts brengt op regelmatige tijdstippen de BMI in kaart, samen met een algemeen klinisch onderzoek (temperatuur, hartslag, bloeddruk en bloeddoorstroming). Tussentijds worden ook enkele biochemische parameters nagekeken, zoals hormoonprofielen en vitamine D ​[14]​. 

Bij kinderen en adolescenten kan een eetstoornis impact hebben op hun groei. Hoewel de groei na herstel van een eetstoornis terug versnelt, kan de schade tijdens de eetstoornis leiden tot een kleinere lengte als volwassene. Er is ook bezorgdheid dat sommige structurele veranderingen in de (groeiende) hersenen, veroorzaakt door de eetstoornis, onomkeerbaar zijn ​[17]​.  

Door de impact van (gebrek aan) vetweefsel op de geslachtshormonen kan een eetstoornis leiden tot  een onvoldoende ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken en soms zelfs tot atrofie van de eierstokken met steriliteit tot gevolg​ [3]​. Wanneer de herstelde patiënt een kinderwens heeft, kunnen bezorgdheden rond en problemen met vruchtbaarheid naar voor komen ​[88, 25]​. Voor meer informatie rond zwangerschap en eetstoornissen, zie bijlage 2.  

Langdurige amenorroe is een risicofactor voor osteoporose, vooral wanneer de eetstoornis zich op jonge leeftijd ontwikkelt. Gezien de adolescentie een periode is van snelle botvorming, wordt de verwachte piekbotmassa niet gehaald bij anorexia nervosa die voor of tijdens de puberteit ontstaat. Wanneer de patiënt een botdensiteitsscan heeft gehad, wordt aangeraden dit om de twee jaar te herhalen zolang dit geïndiceerd is ​[15]​. Een verminderde botdensiteit kan behandeld worden met vitamine D- en calciumsuppletie en botversterkende oefeningen​ [99]​. Wees wel aandachtig voor (heropflakkering van) overmatig bewegen in kader van eetstoornissymptomatologie. 

Indien de eetstoornis (tijdens de behandelfase) medische complicaties heeft veroorzaakt (bv. orgaanschade), die zich niet herstellen samen met herstel van de eetstoornis, is verdere opvolging van deze complicaties nodig, eventueel met tussentijdse consultaties bij een specialist.