Motivatie

Kernwoorden
Ambivalentie
Beperkt ziekte-inzicht
Motivatiekaders

In de beginfase kan het voor patiënten met een eetstoornis, zeker bij Anorexia Nervosa, erg onveilig voelen om ‘symptoomgedrag’ los te laten. Het geeft hen vaak al een tijd ‘invulling’ en  ‘houvast’ om met moeilijke momenten om te gaan. Dit loslaten voelt nieuw en onbeschermd. 

Patiënten kunnen dus ambivalent staan ten opzichte van het loslaten van de eetstoornis.  

Verder is er doorgaans beperkt ziekte-inzicht, dit maakt deel uit van de stoornis.  

Ook rond eetstoornissen leven heel wat vooroordelen (bv. een eetstoornis hebben is een keuze, iemand met een eetstoornis zoekt gewoon aandacht), waarbij de ernst van deze psychische aandoening wordt onderschat. 

Bij het werken met personen met een eetstoornis botsen we vaak op de vraag ‘hoe motiveren we deze persoon om gedrag of gewoontes te veranderen?’ Maar eigenlijk komt het er vaak op neer om eerst te verkennen waarvoor iemand reeds gemotiveerd is, om vervolgens motivatieversterkend in te voegen. De stadia van gedragsverandering (verandering van gezondheidsgedrag verloopt in verschillende stadia), de zelfdeterminatietheorie (we hebben allemaal een nood aan autonomie, verbondenheid en competentie), en technieken uit motiverende gespreksvoering kunnen houvast bieden. Kortom: 

  • Waar zit de patiënt in zijn veranderingscirkel? 
  • Werk stapsgewijs: eerst relatieopbouw, dan vastleggen veranderdoel, dan veranderwens, en dan actieplan (motiverende gespreksvoering)   
  • Vergroot motivatie via versterken van autonomie, verbondenheid en competentie (zelfdeterminatietheorie) 

Het kan dus meerdere gesprekken duren voor je, na een positieve screening, kan starten met een anamnese. Voeg in bij het verhaal en het leven van de persoon, maak connectie met wie hij/zij is en wat hij/zij belangrijk vindt. Spreek de persoon aan als expert in zijn eigen leven, en probeer zicht te krijgen op waar de persoon mee bezig is, kijk breder dan het probleem en maak ook contact met facetten die goed gaan. 

Enkele handvatten

  • Stel open vragen (Bv. “Wat denk je van je groei en je gewicht?”). 
  • Vraag toestemming: om over gewicht/eetgedrag te praten, om (bijkomende) informatie te geven. 
  • Luister eerst voor je advies geeft: Wat zijn de bezorgdheden van de patiënt, wat weet deze al over het probleem, welke stappen werden hierrond al gezet? 
  • Vat samen en koppel terug: vat in neutrale taal samen wat je gehoord hebt, bekrachtig wat goed gaat, benoem bezorgdheden/moeilijkheden. 
  • Geef advies op maat: vertrek van wat de persoon reeds doet. 
  • Zoek samen naar volgende stappen en geef keuze. 
  • Zorg dat de stappen niet te groot zijn en dat ze betrekking hebben op gedrag (niet gewicht). 
  • Focus op de voordelen van gezond gedrag, eerder dan op de nadelen van ongezond gedrag (bang maken). 

Meer info 

Motivatiekaders - tekst en uitleg 

Motivatiekaders – informatiefiche 

Stappenplan eetstoornissen voor de eerstelijn – Negotiëren